Schijnzelfstandigheid?
Rechtbank Den Haag oordeelt over schijnzelfstandigheid bij samenwerking tussen V.o.F. en benzinestation
De rechtbank in Den Haag heeft onlangs uitspraak gedaan over de vraag of er sprake was van schijnzelfstandigheid in een situatie waarin een samenwerkingsovereenkomst bestond tussen twee partijen, en waarbij meerdere werknemers werden ingezet bij een opdrachtgever.
Het betrof hier een vennootschap onder firma (V.o.F.) die een overeenkomst van opdracht had gesloten met een benzinestation. Op basis van die afspraak stelde de V.o.F. personeel beschikbaar aan het tankstation. Eén van de ingezette krachten was tevens vennoot van de V.o.F.
Na een reeks conflicten besloot het benzinestation de samenwerking te beëindigen. De betrokken vennoot stelde vervolgens dat dit neerkwam op een ontslag op staande voet. Hij beriep zich erop dat hij feitelijk werkzaam was als werknemer in loondienst van het benzinestation.
De werkomstandigheden vertoonden inderdaad veel overeenkomsten met die van een dienstverband. Zo ontving hij aanwijzingen van het benzinestation, verrichtte hij dezelfde werkzaamheden als de overige personeelsleden, werd hij beschouwd als onderdeel van het team, had hij een zakelijk e-mailadres, toegang tot het HR-systeem en droeg hij de bedrijfskleding van het station.
Toch concludeerde de rechter dat er géén arbeidsovereenkomst bestond tussen de vennoot en het benzinestation. Doorslaggevend hierbij was dat de contractuele relatie liep tussen het benzinestation en de V.o.F., niet tussen de opdrachtgever en de vennoot persoonlijk. Net als andere medewerkers was de vennoot via de V.o.F. gedetacheerd, waardoor van een directe arbeidsrelatie – en dus van schijnzelfstandigheid – geen sprake was.
Maar betekent dit dat een samenwerking tussen een V.o.F. en een opdrachtgever nooit tot een arbeidsovereenkomst kan leiden? Niet per definitie. Of er sprake is van een arbeidsrelatie, hangt af van de feitelijke situatie. Als de V.o.F. geen ander personeel inzet bij de opdrachtgever en de werkzaamheden en omstandigheden wijzen op een loondienstverband, dan zou er alsnog sprake kunnen zijn van een verkapte arbeidsrelatie.
Bron: Sijben & Partners